Klimmen in de Alpen met een hittegolf #3: Mollard en Toussuire

Zaterdag 29 juni is de slotdag van onze rondreis door het Maurienne gebied. We besluiten op de avond ervoor om eerst de Col du Mollard vanuit Villargondran te doen en dan een stukje afdaling van de Croix de Fer mee te pikken zodat we nog La Toussuire kunnen beklimmen. Uiteindelijk zo’n kilometer of 65 a 70. Vanaf ons huis dalen we net als gisteren af richting de D1006, maar voor we die oprijden gaan we bij de Carrefour al rechtsaf. Dit is een stukje route gekozen doordat er een Strava segment is en dus zal het goed fietsbaar zijn om ook nog redelijk snel bij de noordelijke beklimming van de Mollard te komen. In 2018 hebben we de zuidkant gedaan vanaf de afdaling van de Croix de Fer. De zuidkant is met 6 kilometer vrij kort, de noordkant is ongeveer 18 kilometer met een gemiddelde van rond de 5,5 %. Een relatief eenvoudige klim zou je zeggen, maar ook vandaag is het alweer vroeg warm en dus zwaar.

Het net genoemde segment blijkt al een lekker klimmetje te zijn en ik merk dat de Galibier nog in mijn benen zitten. Al gauw beginnen we aan de Mollard en eigenlijk moet ik de rest direct laten gaan. Mijn eigen tempo is gewoon niet hoog genoeg om de rest bij te houden en ik wil in zo’n vroeg stadium me ook niet opblazen. Het eerste stuk in het dorp is het ook knallend warm en ben ik blij dat we over gaan op bos. De volgende kilometers worden gekenmerkt door de vele haarspeldbochten die we tegen gaan komen. Dit hebben we vorig jaar afgedaald waarbij ik toen een paar benauwde momenten gehad heb. Even kijken of nog slipsporen kan terug vinden 😉 Het voordeel van de vele haarspeldbochten is dat de rest af en toe nog zie. Langzaamaan merk ik dat ik weer in een mooi klimritme kom en dat ik in de binnenbocht steeds kan versnellen. Een techniek die ik nog niet eerder had toegepast om aan de binnenkant van een haarspeldbocht een of twee versnellingen op te schakelen en even kort te gaan staan en gas te geven en dan indien nodig zittend weer een versnelling terug. Ik zie de laatste twee van de groep al gauw weer naderen en even later blijkt dat de andere twee er kort voor zitten. Met de ervaring van gisteren dat ik op tientallen meters kon naderen, maar niet kon aanhaken nog in het hoofd blijf ik gewoon rustig door rijden. Nu lukt het wel om bij de eersten aan te haken en later zelfs bij de voorste twee. Met een klein gat ertussen rijden we zo met zijn 5-en rustig door tot we ingehaald worden door een groepje andere klimmers die net wat harder rijden dat ons. Een van ons springt mee, ik moet passen en een derde neemt een korte eetpauze, waarna hij even later weer bij me aansluit. Als ik aangeef dat de snellere groep nog in de buurt is, springt ook hij weg en zit ik weer alleen.

Inmiddels fiets ik in het dorp Albiez-le-Jeune en hebben het mooie bos en de haarspeldbochten plaatsgemaakt voor open terrein, wind en wat vlakkere stukken met zelfs korte afdalingen. De kilometers schieten hier lekker op tot je nog een kilometer hebt met stukken van 8%. Ach die kunnen we hebben denk ik en vrolijk kom ik aan op de top in het dorp Albiez-Montrond. Hier ben ik zoekende waar de rest is en waar ik heen moet. Dit is toch de top…?? Ik klim nog een stukje door het dorp uit, maar besluit in het dorp nog even te kijken of ik niet te ver ben. En dan bedenk ik me ineens dat de top buiten het dorp was, bij een mooie retro waterpomp. Ik vervolg dan toch weer de klimroute en kom op een stuk met flinke stijging. Dan zie ik ineens een bordje die aangeeft dat het nog 1 kilometer naar de top is met gemiddeld 8% stijging en mentaal trek ik dat even niet. Ik stort gedeeltelijk in en als ik achterom kijk zie ik dat een van mijn teamgenoten snel dichterbij komt. Oké dat helpt dan wel weer om nog een keer alles te geven en naar de top te gaan. Ik besluit tijdens dit zware stuk dat ik de Toussuire links laat liggen en linea recta naar ons vakantieadres knal.

Op de top is het tijd voor fris water en wat gesprekken met andere fietsers en blijkt dat een van ons een verkeerde afslag heeft genomen en die zien we dus niet meer. Na de 6km afdaling van de Mollard naar Belleville over dramatisch slecht asfalt fietsen we weer richting Saint-Jean. Als de splitsing naar de Toussuire eraan komt twijfel ik nog heel even, maar samen met een medefietser sla ik niet linksaf. De andere twee doen dat dapper genoeg wel, maar wij dalen over een heerlijk brede weg met nieuw asfalt naar beneden. En hoewel ik aangegeven heb het rustig aan te doen omdat de scherpte er wel af is, kan ik het niet laten om toch nog even de remmen los te laten en volle bak naar beneden te rijden. Nog een keer het vervelende klimmetje en dan ben ik er wel klaar mee! Na een broodje zalm vers van de BBQ als lunch druppelt de rest later ook binnen en de conclusie is dat we aan de Toussuire niets gemist hebben.Eind goed al goed.

Conclusie:
Het fietsen in het Maurienne dal is en blijft echt fantastisch, de hitte doet daar niets aan af. Maar het doet wel afbreuk aan de prestaties en het onderweg kunnen genieten van de tochten. Het huis Mont Charvin in les Grandes Terres is uitstekend geschikt als uitvalsbasis voor fietsers. De dorpjes aan de rivier zoals Saint-Jean en Saint-Michel zijn niet echt toeristisch in de zomer. Gezelliger is het in Valloire hoewel dat vaker toneel is van festivals met veel motorrijders.

Na 2 jaren fietsen in dit deel van de Franse Alpen is het een volgende keer voor wat anders! Wordt vervolgd …