Fietsen vanuit de Maurienne vallei #1

Begin 2018 werd ik gevraagd of ik zin had om mee te gaan fietsen in de bergen. Zoals in mijn eerste fietsblog te lezen was, stond dat inmiddels op mijn to do list en ik besloot deze kans te grijpen. Een bestaand fietsgroepje dat jaarlijks de bergen in trekt was dit jaar beperkt beschikbaar en daarom gingen we met z’n drieën iets plannen. Uiteindelijk boekten we een huisje in het gehucht le Noiray, dat gelegen is bij het ook al kleine dorp Orelle. Hier vind je enkel de skiliften naar Val Thorens en zomers is er dus niet zoveel te beleven.

Vroeg in de ochtend vertrek ik vanuit Groningen om via Haren en Vleuten de route naar de Franse Alpen in te zetten. Vanuit Groningen is het zo’n 1250 km rijden, vanaf Utrecht is er nog een kleine 1100 km over. Na een lange maar voorspoedige autorit naderen we begin van de avond de finish van de reis. We rijden door Orelle en volgen de borden naar le Noiray. Bij een soort van appartementencomplex stoppen we om te kijken of ons onderkomen hier zich ook bevindt. De parkeerplaats staat vol met bussen en volgauto’s van team subweb en nog wat andere ploegen. Na onderzoek blijken het de talententeams te zijn die hier zitten voor een kleine meerdaagse koers in de Savoie. Voor ons huisje moeten we echter nog wat hoogtemeters doorrijden en uiteindelijk vinden we het en worden we verwelkomd door een slecht Engels sprekende jongeman, maar we redden ons. Een redelijk nieuw ingericht huis wacht op ons, een ruime keuken en woonkamer met TV waarop we wat WK voetbalwedstrijden hopen te zien. Het verblijf voldoet, dus een mooie basis voor onze tochten is gelegd. Om de benen wat te rekken pakken we gelijk even de fiets voor een kort rondje door en om het dorp. Een machtige waterval zien we en de eerste percentages en hoogtemeters gaan onder de wielen door. Dan is het tijd om ons op te maken voor fietsdag #1.

Etappe Les Lacets de Montvernier – Col de Chaussy – Col de la Madeleine
Na een slechte nacht slapen en een stevig ontbijt maak ik me op voor mijn vuurdoop op een aantal beklimmingen. Thuis heb ik de route al voorbereid. Allereerst wachten de haarspeldbochten van de Lacets de Montvernier, die dit jaar (2018) ook in de Tour de France zullen zitten. Op Google heb ik alle klimmen opgezocht ter voorbereiding en deze klim mag eigenlijk niet ontbreken als je in deze buurt fietst. Zo’n 18 haarspeldbochten over slechts 3,8 km en een klim van 3e categorie. Daarna gaan we over de Col de Chaussy om vervolgens naar de top van de Col de la Madeleine te fietsen. Ik heb totaal geen idee waar ik aan ga beginnen en ergens is dat een voordeel omdat ik onbevangen de bergen in kan, maar het geeft vooral de nodige spanning. Vanuit Orelle parkeren we de fietsen bij een supermarkt in Hermillon en vanaf daar fietsen we naar de voet van dat klimmetje dat tegen de rotsen lijkt aangeplakt. De Lacets de Montvernier:

Hoewel de benen even moeten wennen aan het klimmen en de percentages vind ik snel een ritme waarmee ik na ruim 23 minuten boven kom. Het gaat niet hard, maar het is ook nog de warming-up voor de rest van de dag. Een kleine maand later fietst Steven Kruijswijk in zijn ontsnapping in de Tour-etappe naar Alpe d’Huez dit klimmetje in 12 minuten en een beetje. Ik ben dus maar 11 minuten langzamer 🙂

Tijdens de klim naar de Chaussy fietsen we in ons groepje eerst nog samen, maar al gauw moet ik eraf als de anderen hun eigen tempo gaan fietsen. Halverwege de klim heb ik het zwaar, maar ik blijf gewoon de benen ronddraaien. Snelheid en tijd doen er niet toe, boven komen is het doel. Later hervind ik me weer zodat ik uiteindelijk nog op gepaste maar niet te grote achterstand op de top komen. Hier ontmoeten we Elly en Jan, een ouder echtpaar dat al jaren fietst en ook dapper alle cols in de alpen mee pakt tijdens hun rondreis door Frankrijk. Ik schat dat ze beiden rond de 70 zijn. Diep respect. Na een pauze dalen we af richting de voet van de col de la Madeleine. Het dalen gaat me goed af en weer redelijk hersteld komen we op het kruispunt waarop we rechts de Madeleine op gaan. Onderweg hebben we de bidons nog gevuld met bergwater, want bovenop de Chaussy was wel een restaurant, zij het gesloten.

De beklimming van de Madeleine begint met een brede en drukke weg en worden we per kilometer op de hoogte gehouden van het gemiddelde stijgingspercentage. We spreken af dat iedereen weer zijn eigen tempo gaat rijden en blijkt er een echt de sterkste benen te hebben zodat we met zijn tweeën doorfietsen. De percentages vallen me elke kilometer weer zwaar. Na een paar kilometer besluiten we even te pauzeren waar we een achterblijver van een andere Nederlandse fietsgroep ontmoeten. Na onze pauze wordt deze achterblijver ons richtpunt aangezien hij eerder weer op pad ging. Al gauw gaan we er op er er over en als enige tijd later ook mijn medefietser mijn tempo niet kan volgen krijg ik het zelfvertrouwen dat ik die 2000 meter hoge top ook echt ga bereiken. Ik bereik met moeite het skidorp en zet zonder te stoppen door, de laatste 6 km richting de top. Het landschap verandert in open hellingen met gras en her en der wat sneeuw. Ik bijt door wat ook echt nodig is. Op 3 kilometer voor de top schiet de kramp erin. Helaas te vroeg gejuicht. Ik klim van de fiets en probeer te ontspannen. De kramp masseer ik uit de benen en nadat mijn medefietser mij weer voorbij is gegaan zet ik de achtervolging weer in. Bij het 2 km paaltje zie ik hem weer langs de kant zitten. Ook kramp en prompt schiet het er bij mij ook weer. We besluiten niet op te geven en gaan op jacht naar de streep. Ik moet mijn medefietser weer laten gaan en de laatste honderden meters kruip ik naar boven. De pijn verbijtend, maar ik haal het. Onze kopman zit al dik een half uur op het terras van de zon en het uitzicht. Na 2 blikjes cola en het bewonderen van wat dure sportauto’s jaag ik weer naar beneden. Terug waar we vandaan kwamen, maar nu zonder kramp. Ik ga over de 70km per uur en probeer de Ferrari’s bij te houden, maar verlies het op de rechte stukken. Een paar stukken van de weg zijn voor de komende tour in onderhoud, dus moeten we 2 keer voor het stoplicht van het bouwverkeer wachten. Daarna jaag ik weer door en eenmaal beneden is het mijn beurt om een tijdje te wachten op mijn fietsmaten. Ik besef me dat klimmen, maar zeker ook dalen een vak apart is.

Via een vlakke weg langs de rivier en de A43 komen we weer bij de auto. Moe maar voldaan terug naar het huis voor pasta, bier en voetbal. Ook dat laatste geniet ik nog altijd van!