Fietsen in de Ardèche: Col du Benas en Montée de Rochessauve

Vandaag fiets ik voor de vierde en voorlopig laatste keer een ronde door de Ardèche in het stuk tussen Saint-Jean-le-Centenier en Privas. Wederom zitten er twee beklimmingen van de 2e categorie in en wederom zijn het beklimmingen die ik nog niet eerder heb gedaan. Ik neem namelijk de zuidzijde van de ‘Col du Benas’ vanuit Darbres en als ik vanuit Privas in Alissas ben gekomen klim ik via het dorp Rochessauve naar de D7 terug. Deze laatste route heb ik de vorige keer wel afgedaald, vandaag rijd ik hem dus omhoog. Dit rondje is ongeveer 63 kilometer lang en ruim 1250 geplande hoogtemeters en het is ongeveer 8:45 uur als ik de camping af rijd.

De route gaat vanaf de camping weer rechtsaf en via de D458 en D258 naar het dorp Mirabel. Deze klim had ik nog niet eerder als geheel gedaan en hij brengt de benen gelijk weer op spanning zo kort na de start van de tocht. Deze beklimming naar Mirabel van ruim 3 kilometer met 6% gemiddeld begint wel wat te wennen en ik leg me er bij neer dat het met een gemiddelde van zo’n 13,2 km/u gemiddeld niet veel harder zal gaan vandaag. Blijkbaar zijn deze klimmen net tekort om echt goed op gang en in mijn ritme te komen. In Mirabel ga ik deze keer niet richting het kasteel, maar sla ik linksaf richting Darbres. Ik kom een vertrekkende Nederlandse auto met vouwwagen tegen, mensen die we bij een uitstapje al eens gesproken heb, maar ze herkennen me logischerwijs niet in mijn fiets-outfit. Ik volg vanuit Mirabel de D258 tot aan de weg van Darbres naar Freyssenet, de D224. Dit stuk is licht glooiend en daalt heel langzaam af en het laatste stuk naar de D224 daalt het weer wat meer.

Het kruispunt van de D258 en D224 is ook het begin van de klim naar Freyssenet oftewel de ‘Col du Benas’ vanuit Darbres. De klim vanuit Darbres is dus een van categorie 2 en gaat gemiddeld 5% omhoog over meer dan 7 kilometer met percentages tussen de 3 en 8 procent. Toch een klim waarin ik me iets meer kan vastbijten. Deel 1 gaat door het bos en bevat ook weer enkele haarspeldbochten. en gestaag fiets ik naar boven. Halverwege de klim als je het bos verlaat zit er een heel klein afdalinkje in de weg waarna je weer tegen de 8% mag stijgen. Deel 2 loopt daarna in een bijna rechte lijn naar het dorp Freyssenet waar de weg redelijk vlak wordt. Dan is het nog een kwestie van even volhouden tot de top, want je moet nog wel even meer dan 6% wegtrappen op dit stuk. Als beloning voor deze goede inspanning wacht de afdaling naar Saint-Priest op je en dus de 10.8 km met 4.6% gemiddeld en een max van 6.1%. Tijdens het dalen stop ik even om wat foto’s te schieten en daarna daal ik verder naar Saint-Priest en nadat ik een afslag even mis, rijd ik vanaf daar toch door naar Privas. Eenmaal in Privas stop ik even bij de Intermarché en wanneer ik daar vanuit stilstand weg wil rijden zie ik een auto over het hoofd en moet ik hard remmen en verlies ik mijn evenwicht en lig ik op het asfalt. Er zijn rustiger plaatsen om zo’n actie te doen. Als ik weer opgekrabbeld heb, zit het uiteinde van mijn stuur scheef en ligt mijn schoenplaatje eraf. Blijkbaar ben ik onderweg al wat schroefjes kwijtgeraakt en door de val is nu ook de rest los. Ik repareer mijn schoen en kijk of ik nog fatsoenlijk kan remmen. Dat laatste is het geval, maar happy ben ik niet als ik weer op de fiets stap.

Op weg ga naar de laatste klim van de dag kom ik weer over de drukke D2 van Prisas naar Alissas, maar deze keer ga ik er snel vanaf om de rustigere route naar Alissas te nemen. Wanneer ik bij het kruispunt aankom waar de klim naar Rochessauve begint maak ik nog een toiletstop en lukt het me ook mijn stuur weer te repareren. Enigszins gerustgesteld begin ik daardoor aan de klim van 12,75 kilometer met een gemiddelde van 4%, waarbij de laatste kilometers behoorlijk vlak zijn weet ik nog van eerdere ervaringen. Gelukkig knapt mijn humeur tijdens de klim weer wat op en geniet ik van de omgeving en het fietsen in de Ardèche. De klim wordt nooit echt heel steil, maar is vooral heel erg lang en dat maakt hem wel zwaar. Uiteindelijk kom ik weer boven bij de D7 en mag ik weer de bekende afdaling doen naar Saint-Jean-le-Centenier.

Eenmaal op de camping besef ik me dat ik voorlopig wel even klaar ben met al die zware hoogtemeters in deze warme temperaturen. Doordat er in de laatste dagen nog een flinke rivierwandeling en een kanotocht op de planning staan laat ik de fiets verder ongemoeid deze vakantie. Zo’n valpartij helpt dan ook niet echt mee.

Terugkijkend is het fietsen in de Ardèche mooi, maar ook zwaar. De beklimmingen vielen me behoorlijk tegen, maar ze gaven telkens wel een mooi uitzicht. En ook de opbouw van de klimmen met vaak eerst wat haarspeldbochten in de bossen en het wat meer open gebied als je hoger komt was leuk om mee te maken. Al met al genoten van twee weken Ardèche.